Interview met
Luc Van de Ven, gerontopsycholoog bij de KU Leuven:
Psychisch welzijn
van ouderen
moet evenveel aandacht krijgen
•
Ouderen betuttelen is mishandeling
en hen
begraven.
• Rusthuis dat louter medisch zorgmodel hanteert =
verkeerd bezig.
• Rusthuizen moeten psychologisch welzijn van ouderen
evenveel aandacht schenken.
•
Afstappen van medisch zorgmodel
vergt visie, durf en creativiteit
van de bestuursraad en
directie.
•
Rusthuizen moeten contact zoeken met de
buitenwereld.
•
Er zijn grote kwaliteitsverschillen
tussen rusthuizen:
"Ik ken er die in 1ste, maar ook in 4de klasse spelen."
•
Bewoners krijgen te vaak het gevoel dat ze op een streng
internaat zitten.
(zie
ook filmgetuigenis rusthuisbewoner
hier)
•
Rusthuizen moeten weerspiegeling
zijn van een realistische leefwereld.
•
Vergelijk je eigen leven maar eens, met dat van in een
rusthuis.
• Rusthuizen blijven een soort van asielen.
•
Ook ruimte voor erotiek is belangrijk. |
Rusthuizen
in ons land blinken vooral uit in het verlenen van goede
medische zorg, maar zouden het psychologisch welzijn van ouderen
evenveel aandacht moeten schenken. Dat zegt Luc Van de Ven,
gerontopsycholoog bij de KU Leuven. Als auteur van boeken over
de psychologie van het ouder worden en de impact van dementie op
ouderen en familie, en als coach van veranderingsprocessen in
rusthuizen, weet hij waarover hij spreekt.
U bent als
klinisch gerontopsycholoog verbonden aan de universitaire
ziekenhuizen van Maastricht en KU Leuven.
Waarom heeft u gerontopsychologie gekozen als specialisatie?
Luc Van
de Ven: "Ik heb in de jaren zeventig stages gedaan in de
psychiatrische ziekenhuizen van Maastricht en Munsterbilzen,
specifiek op de afdelingen van ouderen. Zo ben ik erin verzeild
geraakt. In de chronisch paviljoenen van die ziekenhuizen
verbleef er toen een publiek dat je nu vooral in RVT's ziet. Het
was een mooie leerschool voor een jonge man. Ik heb er geleerd
hoe je de zorg moet organiseren voor mensen met een chronische
zorgbehoevendheid.
Heeft u
zicht op het aantal psychologische klachten van ouderen van 65+?
"Een
concreet aantal kan ik niet geven. Het is wel zo dat 5% van de
65-plussers en 20% van de 80-plussers lijden aan dementie. 3%
van de 65-plussers heeft een depressie in de strikte vorm van
het woord en nog eens 1 à 2% een andere psychiatrische
aandoening. Ik denk dan bijvoorbeeld aan laat optredende
schizofrenie. Daarnaast is er nog een groot
percentage dat
aanpassingsstoornissen ervaart die specifiek samengaan met ouder
worden: bemoeilijkte rouw, afhankelijkheid van
alcohol en medicatie,..."
Denkt u dat
het aantal klachten in de toekomst zal toenemen?
"In
absolute cijfers zal het aantal klachten alleen maar toenemen,
gezien de vergrijzing. Daarnaast kunnen mensen die op jongere
leeftijd psychische problemen ondervinden, die niet zomaar
doorspoelen op hun 65ste. Wanneer je bedenkt dat
depressie
wereldwijd de meest voorkomende psychiatrische aandoening
wordt, na hart- en vaatziekten, dan weet je dat het aantal
ouderen met depressie relatief alleen maar zal toenemen. Ook de
toenemende vereenzaming in de grootsteden veroorzaakt in
se een toename van psychisch lijden.
Zijn
er relatief gezien meer psychische klachten in rusthuizen?
"Niemand
gaat natuurlijk voor zijn plezier naar een rusthuis.
Uit onderzoek blijkt echter dat na een aanpassingsperiode van een
paar maanden heel wat bewoners zich relatief goed hebben
aangepast. Wat dat betreft, is er dus geen reden om aan te nemen
dat er in rusthuizen meer psychische klachten voorkomen.
Aan de andere kant gebruikt 90% van de rusthuisbewoners
slaapmiddelen en andere medicatie. Dat blijkt uit een Gents
onderzoek dat een aantal jaren geleden werd gepubliceerd.
Afhankelijkheid van medicatie kan dan weer wel een aanleiding
zijn voor psychisch lijden. Bovendien komt een deel van de
populatie uit psychiatrische ziekenhuizen nu ook in rusthuizen
terecht, door de afslanking van het aantal psychiatrische
bedden."
Zijn
rusthuizen vandaag voldoende uitgerust om die bijkomende vraag
op te vangen?
"Het
vergt ervaring in de omgang met deze patiënten, gezien de
gedragsstoornissen die ze kunnen vertonen. Een aantal dingen
zijn natuurlijk niet zo eenvoudig te realiseren. Rusthuizen
zijn doorgaans te weinig bestaft en het geringe opleidingsniveau
van medewerkers kan parten spelen. Hulpverleners hebben
daarnaast vaak een prille leeftijd. Het is niet altijd eenvoudig
om zonder de nodige levenservaring om te gaan met deze
patiënten. Daarnaast werken er ook weinig mannen als
hulpverlener. Nochtans is je publiek wel gemengd."
Zorg in rusthuizen focust vandaag nog steeds voornamelijk op de
behandeling van lichamelijke klachten. Zitten we dan op een
verkeerd spoor?
"Een
rusthuis dat uitsluitend het medisch zorgmodel hanteert, is
natuurlijk verkeerd bezig. We praten voortdurend over
'de bewoner' of 'de resident', maar de echte betekenis van het
woord kunnen we niet waarmaken. Een oudere als echte bewoner
behandelen, houdt in dat je naast het medische aspect ook
rekening hout met andere elementen. Ik denk bijvoorbeeld aan de
competenties van de bewoners en de betekenis die ze
hebben voor anderen. Als je voor niemand nog iets betekent,
leef je niet meer. Ook ruimte voor erotiek is
belangrijk. Dat aspect wordt in rusthuizen nog te vaak
weggemoffeld. Een bewoner in de echte betekenis van het woord
heeft macht en zeggenschap in bewonersraden en kan zijn
dagelijks leven zelf controleren. Nu krijgen bewoners nog
te vaak het gevoel dat ze op internaat met strenge regels zitten.
We staan er zelf te weinig bij stil hoe het leven in een
rusthuis is. Vergelijk je eigen leven er maar eens mee.
Hoe geraken
rusthuizen van dat medisch zorgmodel af?
"Dat
vergt visie, durf en creativiteit van een Raad van Bestuur en
directie. De slechte weg is
om op basis van één goed idee en revolutie te ontketenen. Goede
kwaliteit is een levenlang werk. Zelf heb ik verschillende teams
in hun veranderingsproces begeleid. Daaruit bleek dat de
overschakeling van een puur somatisch zorgmodel naar een woon-
en leefgemeenschapsmodel een werk van jaren is dat enkel met
vallen en opstaan ingevoerd kan worden. Zo'n veranderingsproces
is verre van simpel en net daarom moet je er voldoende tijd voor
nemen."
Een
veranderingsproces vergt meestal ook meer werk voor medewerkers
of op zijn minst anders werken. Daar kan behoorlijk wat
weerstand tegen zijn.
"Of medewerkers in zo'n veranderingsproces
mee willen, hangt van hun motivatie af. Die motivatie wordt
bepaald door twee aspecten. Aan de ene kant is er de
interne
motivatie (is dit een job voor jou? Zegt het je iets om met
zorgbehoevende ouderen te werken?). Aan de andere kant is er de
piramidale hiërarchische informatie. Dat betekent dat
je rechtstreeks
leidinggevende de belangrijkste figuur is om je motivatie hoog
te houden. Dat betekent ook
dat niet alleen de Raad van Bestuur en de directie achter
de veranderingsplannen moeten staan, maar ook kaderleden. Die
zijn de doorslaggevende schakel in veranderingsprocessen. Ze
moeten langs de ene kant achter de ideeën van de directie staan
en aan de andere kant ervoor zorgen dat de ideeën ook op de
werkvloer in de praktijk worden omgezet."
Vindt u dat
de overheid voldoende inspanningen doet om de psychische
begeleiding van ouderen te verbeteren?
"De
overheid is zich in ieder geval bewust van het probleem, maar ik
heb de indruk dat de beslissingen die men over dit thema neemt,
halfslachtig zijn. De overheid gaat natuurlijk gebukt
onder de geringe budgettaire en het verpletterende
toekomstperspectief van de vergrijzing. Dat kan voor een root
stuk de halfslachtigheid verklaren. Toch zouden er middelen
voorzien moet worden voor psychologische begeleiding.
Directies die belang hechten aan het psychologisch welzijn van
de bewoners, zijn nu verplicht om er zelf in te investeren. Ze
doen dat ondanks het krappe budget waarover ze beschikken."
Is er in de
opleiding tot hulpverlener voldoende aandacht voor de
psychologische begeleiding van ouderen?
"In de
opleiding kan er inderdaad veel meer aandacht aan worden
besteed, maar ik heb de indruk dat er heel wat in de goede zin
aan het bewegen is. Meer en meer wordt het ruimere palet van
hulpverlening in het opleidingspakket ingeschoven."
Hoe kunnen
medewerkers omgaan met psychisch lijden van bewoners?
"Er
is een belangrijk verschil tussen psychologische klachten en
lijden. Klachten heeft vroeg of laat iedereen. Als j zenuwachtig
bent voor een examen, kan je al spreken van een psychologische
klacht. De opleiding tot hulpverlener zou voldoende moeten zijn
om hiermee goed om te gaan. Een
psychologisch probleem of een psychologische stoornis is iets
helemaal anders. In het
leefmilieu van een RVT komen zowel klachten als stoornissen
voor. Het is specialistenwerk om de twee uit elkaar te halen.
Ermee omgaan vergt scholing, ervaring en coaching. Neem
bijvoorbeeld een oudere die zijn
depressie maskeert. Een
psycholoog in huis hebben is dan geen overdreven luxe."
(zie ook
depressie en zelfdoding bij ouderen)
Medewerkers
die ouderen infantiliseren noemt u ouderenmishandeling.
"Dat klopt.
Als je een oudere flauw of betuttelend benadert, dan
begraaf je hem. Wanneer je ouderen in de echte betekenis van
het woord als bewoners beschouwt, dan behandel je ze niet als
kleine kinderen. Op geen enkel vlak op geen enkele manier.
Dat wil niet zeggen dat je niet vriendelijk en beleefd kan
zijn."
Zelf pakt u
ouderen naar verluidt eerder streng aan.
"Wanneer een tachtigjarige vrouw haar
dochter in mijn bijzijn zit te chanteren, krijgt ze van mij op
haar brood. Of iemand nu veertig
of tachtig is, emotioneel chanteren kan nooit.
Dat kan inderdaad hard overkomen, maar zo'n gedrag kan je nu
eenmaal niet tolereren."
Conclusie:
er ligt nog veel werk op de plank.
"Met de
nodige nuances weliswaar. Weet je wat het grote probleem is;
rusthuizen worden in Vlaanderen voortdurend gediaboliseerd. Ik
ben daar een grote tegenstander van. Het mag ook wel eens gezegd
worden dat er vandaag al verdomd goed werk wordt geleverd. Er
zijn vandaag wel grote kwaliteitsverschillen tussen de
rusthuizen. Ik ken er die in eerste klasse spelen, maar ik
ken er ook uit de vierde klasse. Die verschillen moeten dringend
weggewerkt worden. Kijk: in de ideale wereld zouden
rusthuizen een weerspiegeling moeten zijn van een realistische
leefwereld. Leven doe je in kleine eenheden, niet in de
bombastische kazernes waar bewoners vandaag in leven. Die
kazernes zijn natuurlijk gegroeid vanuit het somatische
zorgdenken. Het gevolg is dat vele rusthuizen zich nog steeds
gedragen als de psychiatrische klinieken van vijftig jaar
geleden: ze bevinden zich ergens ver weg in het bos
en zijn volledig geïsoleerd van de buitenwereld. Ze worden
beheerd met de beste bedoelingen en de mensen worden er
uitstekend verzorgd, maar het blijven een soort van
asielen."
Wat raadt u
de rusthuizen en de overheid aan?
"Rusthuizen
moeten door de psychologische drempel breken en
contact
zoeken met de buitenwereld: buurtbewoners en bij uitbreiding
de rest van de gemeenschap. Maar ook familieleden zijn
cruciaal voor de kwaliteit van leven in een rusthuis. Nu
worden maar al te vaak de wensen van de bewoner boven die van
familieleden gezet. Dat is niet altijd de juiste keuze. Hoe meer
aandacht er gaat naar het welzijn van de familieleden, hoe
groter ook het welzijn van de bewoner. En wat de realisatie van
dat ideaal van leven in kleine eenheden betreft, is de grote
vraag natuurlijk of zoiets wel financieel haalbaar is. Maar het
zou sowieso het streefdoel moeten zijn.
(zie ook >
BELEID > WARME ZORG of klik
hier)
|