|
|
18 APRIL 2015
- Europese dag van de rechten van
de patiënt
GEZOCHT:
VERTEGENWOORDIGER
VOOR JE RECHTEN ALS PATIËNT!
 |
Als patiënt
heb je een heel aantal rechten i.v.m.
gezondheid en zorgverlening. Als je je
patiëntenrechten niet zelf meer kunt
uitoefenen, zal iemand anders dat
overnemen. Denk er daarom tijdig aan
om een vertegenwoordiger aan te wijzen!
Meer info over je patiëntenrechten en
het aanwijzen van een
vertegenwoordiger vind je op de
website van het
Vlaams Patiëntenplatform of kan je
telefonisch opvragen via 016 -
23 05 26
 |
|
DOWNLOAD het FORMULIER
voor de aanwijzing van je vertegenwoordiger

klik
hier voor groter
|
|
Op wie is de wet op de patiëntrechten
van toepassing?

de gezondheidszorg
De
wet op de patiëntenrechten is
van toepassing op
eenieder die één of andere vorm
van gezondheidszorg ontvangt of
uitoefent. Onder
“gezondheidszorg” wordt het
volgende verstaan: alle diensten
die door een beroepsbeoefenaar
verstrekt worden met het oog op
het bevorderen, vaststellen,
behouden, herstellen of
verbeteren van de
gezondheidstoestand van de
patiënt of om de patiënt bij het
sterven te begeleiden. Het
begrip gezondheidszorg wordt in
de ruime betekenis van het woord
gebruikt in de wet op de
patiëntenrechten: zowel
preventieve en curatieve zorg
als de nazorg en revalidatie
behoren hiertoe, alsook medische
onderzoeken in het kader van
verzekeringsgeneeskunde,
gerechtelijke geneeskunde,
onderzoek door de adviserend
geneesheer van een ziekenfonds,
arbeidsgeneesheer,
schoolgeneeskunde, enzovoort.
Uiteraard moet iedere
beroepsbeoefenaar de
patiëntenrechten alleen naleven
binnen de perken van zijn
wettelijke bevoegdheden.
de patiënt
Volgens de wet is een patiënt:
iedereen die een of andere vorm
van gezondheidszorg ontvangt,
al dan niet op eigen verzoek ’.
De wet is ook van toepassing op
verzoek van een
vertegenwoordiger (vb. de ouders
van een minderjarige), op
verzoek van een derde (vb. door
de werkgever bij controle van
arbeidsongeschiktheid) en zonder
verzoek in spoedgevallen.
de beroepsbeoefenaar
De
wet is van toepassing op alle
beroepsbeoefenaars die in het KB
nr.78 vermeld worden betreffende
de uitoefening van
gezondheidsberoepen: artsen,
tandartsen, apothekers,
vroedvrouwen, kinesisten,
verplegend personeel en
paramedici.
De wet zal in de toekomst ook
van toepassing zijn op:
psychotherapeuten, seksuologen,
klinische psychologen,
orthopedagogen en geregistreerde
beoefenaars van een niet
conventionele praktijk.
Patiëntenrechten zijn van
toepassing op alle
zorgverstrekkers, ongeacht of
deze binnen een instelling
werken of een eigen praktijk
hebben.
Ziekenhuizen moeten erover waken
dat hun beroepsbeoefenaars de
patiëntenrechten naleven.
Een ziekenhuis is namelijk
aansprakelijk wanneer de
beroepsbeoefenaars dit niet
doen. Bovendien moet ieder
ziekenhuis, of groep van
ziekenhuizen, beschikken over
een ombudsfunctie om te
bemiddelen bij eventuele
klachten over de
patiëntenrechten.
zie
ook:
Vlaams Patiëntenplatform |
Sinds 2002 hebben we ook in
België een wet die de rechten
van de patiënt bundelt. Toch is
deze voor het grote publiek nog
onvoldoende gekend. De inhoud
van de brochure
'Wegwijs in
patiëntenrechten' van de
Socialistische Mutualiteiten
geeft uw rechten als patiënt
hieronder overzichtelijk
weer. |

|
brochure van de Socialistische
Mutualiteiten:
WEGWIJS IN PATIËNTENRECHTEN
Een handig overzicht van uw
rechten als patiënt
geïllustreerd met talrijke
voorbeelden |
Deze brochure
is een eenvoudige wegwijzer voor wie meer wil weten over zijn
rechten als patiënt. We richten ons in de eerste plaats tot alle
patiënten, maar ook professionele hulpverleners vinden er hun
gading. We beperken ons tot de reglementering van de
patiëntenrechten. Mocht je vragen hebben omtrent de
reglementering “medische fouten”, dan kan je contact opnemen met
de Juridische Dienst van onze ziekenfondsen (zie lijst
achteraan).
Hieronder bespreken we elk recht afzonderlijk, maar eerst
verduidelijken we een aantal begrippen.
wie is patiënt?
Iedereen is af en toe patiënt. En iedereen
heeft patiëntenrechten, die men moet eerbiedigen. Soms
kan de patiënt niet voor zichzelf opkomen, bijvoorbeeld iemand
die bewusteloos is of in coma het ziekenhuis wordt
binnengebracht. De patiënt kan dan geen toestemming geven voor
een operatie. Men vraagt op dat ogenblik aan de partner, de
ouders of de familieleden of de operatie mag worden uitgevoerd.
Gaat het om een spoedgeval, dan kan de dokter zonder toestemming
van de patiënt handelen.
Een gezond mens kan soms ook patiënt zijn. Bijvoorbeeld iemand
die zich moet laten onderzoeken door de arbeidsgeneesheer op het
werk of tijdens het medisch onderzoek op school.
wie zijn zorgverleners?
Zorgverleners zijn alle mensen die een
gezondheidsberoep uitoefenen. Denk maar aan dokters,
tandartsen, apothekers, vroedvrouwen,
kinesisten,verpleegkundigen en paramedici (logopedisten,
diëtisten, enz…).
wat zijn
gezondheidszorgen?
Gezondheidszorgen zijn alle zorgen die
jouw gezondheid kunnen bevorderen, maar ook het
onderzoeken van de patiënt, het
stellen van een diagnose of
stervensbegeleiding vallen onder deze noemer. De zorgen
moeten wel door een zorgverlener worden uitgevoerd.
wat valt niet onder de
wet op patiëntenrechten?
Mensen die organen afstaan vallen onder een andere wet.
Proefpersonen voor wetenschappelijk onderzoek ook. Plastische
chirurgie uitsluitend om schoonheidsredenen valt evenmin onder
de wet op patiëntenrechten. Wie onder dwang in een
psychiatrische kliniek wordt opgenomen of wie een verplichte
medische keuring moet ondergaan, krijgt met een bijkomende
wettelijke regeling te maken.
bijvoorbeeld...
Mia
heeft enkele jaren geleden borstkanker gehad. Er werd toen bij
haar een borst afgezet. Mia besliste onlangs een
borstreconstructie te laten uitvoeren door een plastisch
chirurg. Deze operatie valt wel onder het verstrekken van
medische zorgen, omdat de operatie niet uitsluitend om
schoonheidsredenen gebeurt.
Lode
is 85 jaar oud en chronisch ziek. Hij wordt thuis verzorgd door
zijn kinderen Jef en Marie. Zij staan elke dag paraat voor hun
vader, zodat hij thuis kan worden verzorgd. Zij geven echter
geen ‘officiële’ gezondheidszorgen. Claire, de
thuisverpleegster, verstrekt wel gezondheidszorgen in de zin van
de wet.
Harry
is niet tevreden met de omvang van zijn neus. Hij vindt zijn
neus niet zo mooi van vorm en zou het veel leuker vinden een wat
grotere neus te hebben. Het vergroten van de neus louter om
schoonheidsredenen valt niet onder gezondheidszorgen.
|
|
Dit recht
geeft je de garantie dat je als patiënt goede en zorgvuldige
gezondheidszorgen krijgt. Zo ben je er zeker van dat jouw
zorgverlener op de hoogte blijft van de nieuwste technieken en
ze indien nodig ook kan toepassen. Jouw zorgverlener heeft de
plicht steeds zorgvuldig te zijn en geen beroepsfouten te
begaan.
Jouw zorgverlener moet ook steeds, zonder enig onderscheid, jouw
menselijke waardigheid en zelfbeschikkingsrecht respecteren.
bijvoorbeeld...
Kathleen
is lesbisch en woont al jaren samen met haar vriendin Mia. Sinds
kort heeft het koppel een nieuwe huisarts. De huisarts heeft het
moeilijk met de privésituatie van Kathleen en Mia, zelfs in die
mate dat het de behandeling beïnvloedt. Hij minimaliseert de
klachten van Kathleen zodat hij de juiste diagnose van haar
ziekte over het hoofd ziet. De huisarts schendt daarmee de
patiëntenrechten van het koppel. Ze hebben recht op
gezondheidszorgen zonder enig onderscheid op welke grond ook. |
1.
Je kan het recht op kwaliteitsvolle gezondheidszorg terugvinden
in artikel 5 van de wet op de patiëntenrechten. |
De relatie
tussen jou en jouw zorgverlener vraagt veel wederzijds
vertrouwen. Het is dan ook logisch dat je zelf kan kiezen door
wie je je laat behandelen. Je hebt ook het recht op elk moment
een andere zorgverlener te bezoeken of verschillende
zorgverleners over hetzelfde probleem te consulteren (de
zogenaamde ‘second opinion’).
Als je je laat
inlichten door een zorgverlener, betekent dit niet dat je je ook
door dezelfde zorgverlener moet laten behandelen. Je mag voor de
behandeling steeds een andere zorgverlener opzoeken. Je mag ook
kiezen je niet te laten behandelen. Wil je niet langer behandeld
worden door je zorgverlener, dan heb je eveneens het recht om
een andere zorgverlener te kiezen. In beide gevallen kan je hem
of haar vragen je dossier op te sturen naar je nieuwe
zorgverlener. Je zorgverlener is steeds verplicht hierop in te
gaan.
Soms heb je geen vrije keuze.
Gevangenen of mensen die gedwongen in een psychiatrische kliniek
opgenomen zijn, mogen bijvoorbeeld niet kiezen welke arts hen
behandelt. Op het werk bepaalt jouw werkgever wie de
arbeidsgeneesheer is. Mensen die buiten bewustzijn zijn, kunnen
uiteraard niet zelf kiezen. Soms heb je
een beperkte keuze. In ziekenhuizen moet je bijvoorbeeld
kiezen uit de dokters die in dat ziekenhuis werken en die de
juiste specialisatie hebben.
bijvoorbeeld...
Klaartje
moet geopereerd worden aan haar schildklier. Een bevriende
dokter vertelt haar dat Dr. Janssen een uitstekende chirurg is
voor deze operatie. Haar schildklier-specialist is het hier niet
mee eens, hij stelt een andere chirurg voor. Toch kan Klaartje
doorzetten en zelf de chirurg kiezen. Ze heeft immers het recht
haar zorgverlener vrij te kiezen. |
2. Je
kan het recht op de vrije keuze van zorgverlener terugvinden in
artikel 6 van de wet op de patiëntenrechten. |
Je hebt recht
op informatie over jouw gezondheidstoestand en de vermoedelijke
evolutie ervan. Deze informatie heeft onder meer betrekking op
de diagnose en wat er moet gebeuren om terug beter te worden (of
om te vermijden dat men zieker wordt). De voorgestelde
behandeling kan onder andere zijn: bepaalde medicatie nemen,
stoppen met roken, een dieet in acht nemen, rusten, bepaalde
risico’s vermijden bij zwangerschap, enz.
De zorgverlener
moet bij het geven van de informatie rekening houden met de
individuele patiënt. De communicatie met
de patiënt moet gebeuren in een voor hem duidelijke en
begrijpelijke taal. De ene patiënt heeft meer uitleg
nodig dan de andere. De zorgverlener moet hiermee rekening
houden.
In principe wordt
de informatie mondeling verschaft, maar de patiënt kan de
zorgverlener wél vragen de informatie schriftelijk te
bevestigen. Op die manier kan de patiënt de informatie nog eens
rustig doornemen. De zorgverlener mag ook uit eigen beweging de
informatie schriftelijk geven.
de vertrouwenspersoon
De informatie of een deel ervan kan ook
aan een vertrouwenspersoon worden meegedeeld. Deze
vertrouwenspersoon wordt door de patiënt zelf aangewezen (op
schriftelijk verzoek), bijvoorbeeld een familielid, een vriend
of iemand die lid is van een patiëntenvereniging. De aangeduide
persoon kan dit eventueel weigeren en hoeft daarvoor geen reden
op te geven. De zorgverlener zal het schriftelijk verzoek van de
patiënt om de informatie aan zijn vertrouwenspersoon mee te
delen, noteren in het medisch dossier, samen met de identiteit
van de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon mag de
informatie uitsluitend in het belang van de patiënt gebruiken.
niet geïnformeerd
willen worden
Soms wil de patiënt liever niet weten hoe zijn
gezondheidstoestand is. Dankzij de medische vooruitgang kunnen
we steeds beter diagnoses stellen, ook van aandoeningen waarvoor
helaas nog geen therapie bestaat. Typische voorbeelden hiervan
zijn genetische aandoeningen. Wie bijvoorbeeld drager is van de
ziekte van Huntington, weet zeker dat hij ooit deze
ongeneeslijke ziekte zal krijgen. Sommige mensen vinden dat een
te zware last. Ook bij aandoeningen waarvoor wel een behandeling
bestaat, kan je kiezen niet te worden ingelicht.
Indien je uitdrukkelijk zegt dat je geen
informatie over jouw gezondheidstoestand wil, dan mag de arts je
niet informeren. In dat geval kan je ervoor kiezen dat
jouw vertrouwenspersoon wél wordt ingelicht. Om discussies
achteraf te vermijden, wordt de uitdrukkelijke wens van de
patiënt opgetekend in het medisch dossier.
bijvoorbeeld...
Mieke lijdt
aan een ernstige vorm van borstkanker. Haar toestand is
hopeloos. Mieke wil niet geconfronteerd worden met haar
naderende dood. Daarom wil ze de ernst van haar ziekte niet
kennen. Haar man Paul heeft dit verteld aan de behandelende
dokter en deze houdt daar rekening mee. Mieke heeft dus het
recht om niet op de hoogte te worden gebracht van haar
gezondheidstoestand.
David is een
levenslustige jongen. Toch sukkelt hij al een tijdje met zijn
gezondheid. Zijn huisarts stelt daarom voor om een Aids-test te
doen. David gaat akkoord, maar zegt het resultaat toch niet te
willen weten. De test is positief. Dit wordt een zware
emotionele klap voor David. Toch moet zijn huisarts het slechte
nieuws vertellen. De risico’s op een verdere besmetting zijn
immers te groot. Soms is dit recht dus ook een plicht. De wet
zegt dat de arts in dergelijke gevallen, en nadat hij daarover
met een andere arts heeft overlegd, de wensen van de patiënt
naast zich neer mag leggen en de patiënt dus toch moet
informeren.
|
3. Je kan het recht op informatie over jouw gezondheidstoestand
terugvinden in artikel 7 van de wet op de patiëntenrechten. |
uitzondering: de
therapeutische exceptie
In de regel moet dus alle informatie aan de patiënt worden
meegedeeld, ook wanneer de diagnose negatief is.
De zorgverlener kan echter oordelen om
bepaalde informatie niet meteen aan de patiënt te geven.
Dit is de zogenaamde ‘therapeutische exceptie’. In
uitzonderlijke gevallen mag hij informatie verzwijgen als de
patiënt of een derde hierdoor ernstig nadeel zou kunnen
ondervinden. Zelfs dán moet de zorgverlener hierover eerst
overlegd hebben met een andere zorgverlener. De tweede
zorgverlener moet samen met de behandelende zorgverlener nagaan
of er echt wel van een ernstig nadeel kan worden gesproken.
Indien er een vertrouwenspersoon werd aangesteld dan moet ook
hij gehoord worden. Vervolgens moet de zorgverlener een
schriftelijke motivering voor deze informatieweigering aan het
patiëntendossier toevoegen en moet hij ook de vertrouwenspersoon
inlichten (indien die is aangeduid) van de beslissing.
De ‘therapeutische exceptie’ kan
gebeuren in situaties waarin de zorgverlener van mening is dat
je psychische schade zou ondervinden indien de informatie zou
worden meegedeeld, bijvoorbeeld een shock of een depressie. De
informatieweigering is in principe van beperkte duur en stopt op
het moment dat de zorgverlener vaststelt dat je psychisch klaar
bent om het slechte nieuws te vernemen.
bijvoorbeeld...
Bij
Kadir
is multiple sclerose vastgesteld. Door deze ziekte zullen zijn
spieren langzamerhand minder gaan werken, waardoor zijn lichaam
zal aftakelen met, meestal na jarenlange ziekte, de dood tot
gevolg. De arts van Kadir wil hem niet meteen het slechte nieuws
vertellen. De echtgenote van Kadir, Hülja, is immers
hoogzwanger. De arts vreest dat de schok een slechte invloed zou
kunnen hebben op de zwangerschap van Hülja en wil daarom wachten
tot de baby geboren is. De arts verzwijgt dus tijdelijk de
slechte boodschap. Dit is een geval van informatieweigering,
maar deze is gerechtvaardigd. Het is meteen duidelijk dat de
informatieweigering slechts beperkt is in de tijd en dat na
enige tijd de patient toch over de volledige informatie zal
beschikken. |
|
Jouw
zorgverlener is verplicht vóór elke behandeling jouw toestemming
te vragen. Op basis van de informatie die je kreeg (zie: 4. het
recht op informatie) kan je al dan niet jouw toestemming geven
voor de behandeling.
Dit betekent
natuurlijk niet dat jouw zorgverlener voor elke handeling je
toestemming moet vragen (bloedafname, bloeddruk meten, met de
stethoscoop luisteren, verschillende chemokuren, enz.).
Als je instemt met een behandeling, ga je
akkoord met elk onderdeel van die behandeling. Het is dus
heel belangrijk dat je goed geïnformeerd bent over wat de
behandeling allemaal inhoudt.
De zorgverlener
kan op vraag van de patiënt de toestemming noteren in zijn
medisch dossier. Dit kan belangrijk zijn als de patiënt enkel
onder bepaalde voorwaarden of voor bepaalde onderdelen van de
behandeling zijn toestemming geeft.
In bepaalde
gevallen mag de zorgverlener afwijken van het recht op
toestemming, bijvoorbeeld bij een bewusteloze patiënt die in de
spoedgevallenafdeling wordt binnen gebracht. In dergelijke
gevallen is het gewoonweg onmogelijk om de toestemming te
vragen.
bijvoorbeeld...
Isabelle
is 16 weken zwanger. Haar gynaecoloog beslist om een “triple
test” te doen, maar vertelt dit niet aan Isabelle. De triple
test is een bloedonderzoek naar een verhoogde kans op onder meer
het Syndroom van Down (mongolisme). Het onderzoek geeft geen
zekerheid, enkel een indicatie van de kans op een afwijking. Om
vast te stellen of het kindje deze afwijking heeft, is verder
onderzoek nodig. De test blijkt positief. De gynaecoloog vertelt
dit aan Isabelle. Ze is ongerust. Isabelle wou deze test
helemaal niet en wordt nu geconfronteerd met een moeilijke
beslissing: verder onderzoek of niet? De rechten van Isabelle
werden in dit geval geschonden. Ze had vooraf de gelegenheid
moeten krijgen in te stemmen met de test.
Na een slepende
ziekte is Alain
in de eindfase van zijn leven gekomen. Hij wil wel pijnmedicatie
en andere palliatieve zorgen om zijn lijden te verzachten. Maar
reanimatie of beademingstoestellen wenst hij niet. Hij vraagt om
dit in zijn dossier te noteren. Daarnaast heeft Alain ook een
wilsbeschikking daaromtrent opgemaakt en deze in zijn
portefeuille gestopt.
 |
4. Je
kan het recht op toestemming terugvinden in artikel 8 van de wet
op de patiëntenrechten. |
welke informatie?
Indien je met kennis van zaken wil beslissen, moet je van jouw
zorgverlener voldoende informatie krijgen.
Deze informatie heeft
betrekking op volgende vragen:
> Wat is het doel van de ingreep?
> Is het pijnlijk?
> Is het dringend?
> Hoe lang zal het duren?
> Hoe lang is de herstelperiode?
> Wat zijn eventuele nevenwerkingen en risico’s?
> Kostprijs van de totale behandeling?
> Is er een andere behandeling mogelijk?
> Wat als de behandeling niet wordt uitgevoerd?
> Is er nazorg nodig?
Jouw arts moet
de informatie indien mogelijk tijdig verstrekken. Je moet
immers de tijd krijgen om na te denken en eventueel een andere
arts te raadplegen. De chirurg die je pas op de operatietafel
over de ingreep vertelt, geeft laattijdige informatie.
welke wijze
van
toestemming?
De patiënt kan zijn toestemming voor de
behandeling zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend (door
bijvoorbeeld niet te protesteren) geven. Je kan op elk
moment je toestemming weigeren of een eerder gegeven toestemming
intrekken. Zonder toestemming heeft de zorgverlener niet het
recht om je te behandelen. De weigering heeft niet automatisch
tot gevolg dat de relatie tussen de patiënt en de zorgverlener
eindigt. De zorgverlener moet de patiënt die weigert een
alternatieve behandeling voorstellen, waarmee de patiënt
misschien wél kan instemmen. Hij moet de patiënt ook wijzen op
de gevolgen van de weigering. Verder moet hij de patiënt
essentiële verzorging blijven aanbieden.
vertegenwoordiging van
de patiënt 5
In bepaalde omstandigheden ben je niet in staat je rechten als
patiënt zelf uit te oefenen. Dit is bijvoorbeeld het geval
wanneer je minderjarig bent of wanneer je onder narcose of in
coma verkeert. Niettemin heb je ook dan recht op een
kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Daarom heeft de wetgever
bepaald welke personen in de plaats van de onbekwame patiënt
zullen optreden.
minderjarig
Wanneer je minderjarig bent zullen je
ouders je in principe vertegenwoordigen. Je kan als
minderjarige evenwel je rechten zelfstandig uitoefenen als je in
staat bent je belangen redelijk te beoordelen. Naargelang van
hoe oud en hoe rijp je bent moet je worden betrokken bij de
uitoefening van je rechten.
meerderjarig
Ook als meerderjarige kan het voorkomen dat je niet bekwaam bent
voor jezelf op te komen. Wanneer je het statuut van verlengde
minderjarige hebt of onbekwaam bent verklaard, zal je worden
vertegenwoordigd door je ouders of je voogd. Buiten deze
bijzondere gevallen heb je als meerderjarige patiënt de
mogelijkheid een persoon aan te wijzen die in je plaats je
rechten zal uitoefenen voor het geval en zolang je dit zelf niet
meer kan (bijvoorbeeld wegens coma of narcose). Je moet deze
aanwijzing vooraf en schriftelijk doen maar je kan er later op
terugkomen zolang je je wil nog kan uiten. De arts moet de
beslissingen van de aldus aangewezen vertegenwoordiger
eerbiedigen, maar is niet verplicht om in te gaan op het verzoek
van de vertegenwoordiger om rechtstreekse inzage in het dossier
en een afschrift hiervan.
Als je zelf geen
vertegenwoordiger hebt aangewezen, kunnen je rechten worden
uitgeoefend door je partner, je kind(eren), je ouder(s), je
broer(s) of je zuster(s) in deze volgorde. De arts kan echter
afwijken van een beslissing van deze vertegenwoordiger(s) indien
hij van mening is dat deze beslissing niet in je belang is.
Als geen van deze
naaste verwanten in je plaats wil of kan optreden, zal je arts
zelf je belangen behartigen en zelf beslissingen nemen over je
medische behandeling. Dit zal ook het geval zijn wanneer er een
conflict is tussen twee of meer vertegenwoordigers.
Het is goed om
weten dat de hier bedoelde vertegenwoordigers niet noodzakelijk
dezelfde persoon zijn als de vertrouwenspersoon waarvan eerder
sprake in deze brochure onder het recht op informatie.
De vertrouwenspersoon krijgt wel dezelfde
informatie als de patiënt zelf maar kan nooit namens de patiënt
beslissen.
De wettelijke
regeling over de vertegenwoordiging van de patiënt is
gedetailleerd en ingewikkeld. Hier geven wij enkel de
krachtlijnen weer. Voor meer informatie over specifieke
situaties kan je terecht bij juridische dienst van je
ziekenfonds.
5. Je kan de vertegenwoordiging van de patiënt terugvinden in
artikels 12, 13 en 14. |
Je hebt recht
op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard medisch dossier.
Je kan jouw zorgverlener vragen bepaalde documenten aan jouw
dossier toe te voegen, bijvoorbeeld een verklaring of een
wetenschappelijk artikel dat te maken heeft met jouw ziekte.
Je hebt ook recht op inzage in jouw
medisch dossier en een kopie daarvan (tegen kostprijs).
Het begrip “kostprijs” gaf aanleiding tot discussies. Sinds mei
2007 zijn bij uitvoeringsbesluit hiervoor de maximale bedragen
vastgelegd:
> 0,10 EUR per gekopieerde pagina
> 5,00 EUR per beeld bij medische beeldvorming
> 10,00 EUR per digitale drager (vb. CD-rom).
Per opvraging van
een afschrift van een patiëntendossier mag er bovendien
maximaal 25,00 EUR worden gevraagd,
ongeacht de drager. Dit recht geldt zowel voor het volledige
dossier als voor een specifiek document van het dossier.
De wetgever heeft
in 2007 in de ziekenhuiswet vastgelegd wat een verpleegkundig
dossier minstens moet bevatten en dat het gedurende minstens 20
jaar moet bewaard worden.
Je kan het recht
op inzage zelf uitoefenen of via een door jouw aangewezen
vertrouwenspersoon.
termijn
Je moet inzage krijgen ten laatste binnen
15 dagen na de aanvraag (zie artikel 15). Indien er
mondeling geen gevolg wordt gegeven aan jouw verzoek, dan kan je
het best nogmaals het recht op inzage vragen door middel van een
aangetekende brief (belangrijk als bewijs én bepalen van aanvang
van de termijn van 15 dagen).
persoonlijke notities
Je hebt niet het recht om zelf de
persoonlijke notities van de zorgverlener en de gegevens die
betrekking hebben op een derde in te kijken. Indien je
dit toch wenst, dan moet je via een andere zorgverlener
onrechtstreeks inzagerecht uitoefenen.
nabestaanden
Nabestaanden (echtgenoot, partner en
directe bloedverwanten) hebben géén recht op een afschrift,
maar enkel op inzage in het medisch dossier van de overledene,
tenzij deze zich daar uitdrukkelijk tegen verzette.
Het inzagerecht kan echter
slechts onrechtstreeks uitgeoefend worden, dit betekent via een
beroepsbeoefenaar. Nabestaanden zitten immers vaak met vragen
naar de doodsoorzaak. Dit recht kan hen helpen de dood te
aanvaarden en te verwerken, maar soms is het ook nodig in het
kader van een gerechtelijke procedure.
Er kan ook een medische reden
zijn om het dossier van een overleden patiënt in te zien,
bijvoorbeeld wanneer men wil nagaan of een bepaalde aandoening
erfelijk is. Omwille van de privacy van de overledene gebeurt de
inzage door de nabestaanden altijd onrechtstreeks via een
aangewezen zorgverlener (bijvoorbeeld de huisarts) en op basis
van een gemotiveerd en gespecifieerd verzoek. De aangewezen
zorgverlener heeft ook inzage in de persoonlijke notities.
bijvoorbeeld...
Bij
Germaine
werd een tijdje geleden een nieuwe heup geplaatst. Ze had
afstotingsverschijnselen waardoor de operatie mislukte. Volgens
Germaine is dit te wijten aan een fout van de chirurg. Ze wil
daarom haar patiëntendossier inkijken.
Maaike
werd een paar jaar geleden geopereerd aan haar maag. Ze is
opnieuw helemaal gezond. Onlangs heeft Maaike samen met haar
vriend Jan een huis gekocht. Ze willen een schuldsaldo
verzekering afsluiten en moeten voor de bank een uitgebreid
medisch formulier invullen. Ook haar behandelende arts moet een
formulier invullen. Maaike wil het document van haar
behandelende arts inkijken. Hij weigert en stuurt de documenten
rechtstreeks naar de bank zonder dat Maaike ze heeft kunnen
inkijken. De rechten van Maaike werden hier geschonden, ze mag
haar dossier wel inkijken.
Luc
is manisch depressief en al een tijdje in behandeling bij een
psychiater. De psychiater heeft een ruim dossier over de
behandeling van Luc. Luc wil zijn dossier inkijken (rechtstreeks
inzagerecht). Toch kan dit niet omdat er in bepaalde gevallen
een “therapeutische exceptie” is. Luc mag zijn dossier niet
inkijken omdat dit niet goed zou zijn voor zijn psychiatrische
behandeling. Luc mag wel aan zijn huisarts vragen om zijn
dossier in te kijken en via hem meer informatie vragen
(onrechtstreeks inzagerecht).
|
6. Je
kan het recht op inzage en recht op kopie van je medisch dossier
terugvinden in artikel 9 van de wet op de patiëntenrechten. |
Jouw privacy
en intimiteit moeten worden gerespecteerd. Uitsluitend de
zorgverleners die betrokken zijn bij het onderzoek of de
behandeling, zijn nodig rond jouw bed. Ook de informatie over
jouw gezondheid moet worden beschermd. Dit is een universeel
recht dat niet kan worden aangetast tenzij dit bij de wet
voorzien is. De uitzonderingen zijn strikt gelimiteerd.
bijvoorbeeld...
Dieter
wordt onderzocht in het ziekenhuis. Hij blijkt een
geslachtsziekte te hebben. Deze diagnose wordt hem verteld in
een ziekenhuiskamer waar nog andere patiënten liggen. Ook zij
kunnen de diagnose gehoord hebben. Dieter had op meer discretie
gerekend. Eigenlijk werden de rechten van Dieter geschonden,
want hij heeft recht op bescherming van zijn persoonlijke
levenssfeer. |
7. Je
kan het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer
terugvinden in artikel 10 van de wet op de patiëntenrechten. |
uitzondering
Soms kan je volgens de wet
jouw recht op privacy niet uitoefenen, namelijk wanneer dit
nodig is voor de bescherming van de volksgezondheid of voor de
bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
bijvoorbeeld...
Bij
Jeffrey
wordt tijdens het medisch onderzoek op school open tuberculose
vastgesteld. Dit wil zeggen dat er onmiddellijk een groot
besmettingsgevaar is voor iedereen die met hem in contact is
gekomen. De school, Jeffrey’s vriendjes en de brede omgeving
worden zo snel mogelijk via de bevoegde instanties op de hoogte
gebracht. |
|
Indien er problemen zijn in de
relatie met de arts, verpleegkundige of andere zorgverleners,
wist de patiënt vroeger niet bij wie hij/zij moest aankloppen
zonder langdurige en kostelijke gerechtelijke procedures te
vermijden.
Door de wet op de patiëntenrechten,
heb je voortaan het recht om een klacht in
verband met de uitoefening van patiëntenrechten in te
dienen bij een bevoegde ombudsfunctie. Naast de patiënt kunnen
ook de volgende personen recht hebben om klacht neer te leggen
bij de ombudsman (zonder dat er hierbij een volgorde moet
nageleefd worden):
> de samenwonende echtgenoot
> de wettelijk samenwonende partner
> feitelijk samenwonende partner
> meerderjarig kind
> een ouder
De ombudsman moet alle klachten,
door wie ook neergelegd, op dezelfde wijze behandelen.
de ombudsfunctie
De opdrachten van de ombudsfunctie worden in de wet reeds
bepaald:
> bevorderen van de communicatie tussen patiënt en zorgverlener;
> bemiddeling met het oog op het bereiken van een oplossing voor
de klacht;
> de patiënt informeren omtrent de verdere mogelijkheden voor de
afhandeling van zijn klacht;
> preventief: aanbevelingen formuleren om zo klachten te
voorkomen;
> informeren over de organisatie, werking en procedureregels van
de ombudsfunctie.
De ombudsfunctie
zal dus in de eerste plaats de communicatie tussen de
zorgverleners en de patiënt proberen op gang te brengen of
proberen te herstellen om ernstige klachten in onderling overleg
te voorkomen. Elk ziekenhuis is verplicht geworden om een
ombudsfunctie in te richten.
De wet bevat
slechts het algemeen principe van de oprichting van de
ombudsdiensten. De praktische uitwerking van het principe
gebeurt via uitvoeringsbesluiten. Hierin zijn onder meer de
voorwaarden omschreven waaraan de ombudsdiensten moeten voldoen
op het vlak van onafhankelijkheid, beroepsgeheim, deskundigheid,
juridische bescherming, organisatie, werking en
procedureregeling.
federale commissie “rechten van de
patiënt”
De wet voorziet ook in de
oprichting van een Federale commissie “rechten van de
patiënt”.
De commissie is
onder meer bevoegd voor de behandeling van
klachten van patiënten die niet bij een lokale ombudsdienst
terecht kunnen (zoals bijvoorbeeld voor klachten tegen
huisartsen).
Net zoals voor de
ombudsfunctie, ligt voor de oprichting van deze commissie alleen
het principe vast in de wet en zorgen uitvoeringsbesluiten voor
de verdere uitwerking ervan.
Heb je klachten
over medische fouten, dan raden we je eveneens aan om contact op
te nemen met de juridische dienst van je ziekenfonds.
8. Je kan het recht op klachtenbemiddeling terugvinden in
artikel 11 van de wet op de patiëntenrechten. |
De wet van 24
november 20049 voegt aan de wet op de patiëntenrechten een
artikel 11bis toe. Daarin staat dat elke patiënt recht heeft op
pijnbestrijding. Je hebt dus recht op de zorg van een
zorgverlener die gericht is op pijnbestrijding. Je zorgverlener
moet aandacht hebben voor je pijn, je pijntoestand evalueren, je
pijn behandelen en verzachten.
bijvoorbeeld...
Ludo
heeft een hernia met
als gevolg stekende, scherpe en soms tintelend pijn in zijn
rechterbeen. Zijn behandelende arts zegt dat Ludo op zijn tanden
moet leren bijten en laat de zaak zoals ze is. Voor Ludo wordt
de pijn onhoudbaar. Deze situatie is in strijd met de
patiëntenrechten. De zorgverlener moet aandacht hebben voor pijn
en pijnbestrijding. |
9.
De wet van 24 november 2004 is gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 17.10.2005. Deze wet is in werking sinds
27.10.2005. |
De dienst
Jurimut van onze ziekenfondsen geeft deskundig advies over
de rechten en plichten als patiënt. Bij de Centra Algemeen
Welzijnswerk krijg je informatie en steun bij de sociale en
psychologische aspecten van het ziek zijn.
adressen
over deze brochure
Dit is een uitgave van de dienst Gezondheidsbevordering,
Juridische Dienst van het Nationaal Verbond van Socialistische
Mutualiteiten en het Steunpunt Thuiszorg vzw. Alle getuigenissen
zijn fictief. Elke gelijkenis met bestaande personen is louter
toevallig. De teksten van deze brochure werden afgewerkt op 10
maart 2008.
Dit is een uitgave
van: de dienst Gezondheidsbevordering, Juridische Dienst van het
Nationaal Verbond
van Socialistische Mutualiteiten en het Steunpunt Thuiszorg vzw.
Sint-Jansstraat 32-38, 1000 Brussel - tel. 02 515 05 15
Met dank aan
www.socmut.be
Verantwoordelijke uitgever van de brochure: Guy Peeters, Sint-Jansstraat 32-38,
1000 Brussel (03/2008) |
Cura Vera: Stichting bevordering
schriftelijke wilsverklaring
De door de patiënt
gewenste zorg
binnen het maatschappelijk haalbare.
Doel van deze stichting is:
Mensen in staat te stellen hun wensen omtrent zorgverlening op
papier te zetten, opdat deze wensen worden gerespecteerd op het
moment dat er sprake is van wilsonbekwaamheid. De stichting
tracht haar doel te verwezenlijken door het geven van
voorlichting over het gebruik van de schriftelijke
wilsverklaring.
www.curavera.nl
|
Federale
overheid - patiëntenwetgeving
website Federale overheid
Rechtenverkenner
Portaalsite van de Vlaamse overheid om
na te gaan
welke rechten voor u relevant zijn
www.rechtenverkenner.be |
|
|